Lege stad, vol hart

April 2020. Er is iets veranderd, na de eerste periode van ‘we kunnen dit!’ Ik weet niet hoe het voor jou is, maar zo is het nu voor mij.
Voorbij verbazing en ‘coping’, de schouders eronder, stilletjes de maatregelen uitzitten en uitzien naar betere tijden. Nu ben ik op een plek in mezelf waar ik mijn hart voel. De hele tijd. Mijn hart is aanwezig als een zelfstandig wezentje, ik voel haar net zo sterk en intiem in mij wonen als ooit mijn baby toen ik zwanger was. Mijn hart zoemt en trilt en ze vertelt me verhalen, de hele lange dag door. Ze weet van geen ophouden! Ze vertelt me hoeveel ik van het leven houd. Van de prachtige mensen die ik ken, en trouwens ook van de prachtige mensen die ik niet ken. Van alles wat leeft en hoe er harmonie is in dat alles. Ze vertelt me van vertrouwen, van het zelfherstellend vermogen, van levenskracht.

Vol hart, oh zo vol

Ze maakt me ook aan het huilen, mijn hart. Op dit moment bevind ik me al dagenlang in een never-ending huilsessie. Af en toe gepauzeerd als ik met mensen praat, met de kinderen speel, eten klaarmaak, wandel of werk. Maar soms gaan de tranen tijdens deze dingen gewoon door. Ik heb het niet in de hand. Mijn hart heeft het nodig om in iets zouts te zwemmen, denk ik. Snap ik best. Ik mis de zee ook, waar ik nu duizend kilometer vanaf blijk te wonen.

Het anti-corona-menu dat wij voorgeschoteld krijgen bevat nul komma nul vitamines

Onnatuurlijk leven

Ik huil ook mee met mijn vol hart, niet alleen omdat ik leuke dingen mis. Het gaat dieper dan dat. Er is in de crisis iets in mijn geloof gebroken. De ‘versoepeling’ van de maatregelen doen mij alleen maar voelen hoe onnatuurlijk we nu leven. De stortvloed aan tegenstrijdige informatie, de volkomen onduidelijkheid van het waarom, het gebrek aan perspectief. Maar boven alles: het anti-corona-menu dat wij voorgeschoteld krijgen bevat nul komma nul vitamines. Er zit geen levenskunst in, geen enkele gedachte aan ware gezondheid.

Zeggenschap over gezondheid

Alles wat we nu moeten doen, samen, want alleen dan krijgen we het ‘onder controle’, is gebouwd op angst. Angst voor een vreemd dus eng dus gevaarlijk virus, angst dat wij mensen geen eigen weerbaarheid hebben, angst dat wij zelf geen verstandige keuzes kunnen maken om onszelf en onze medemens in gezondheid te houden. Hoe dan?

We hebben plotseling geen zeggenschap meer over de meest basale dingen: het is niet langer aan mij om te kiezen wie ik aanraak. Ik word niet meer bevoegd geacht om te weten welke dingen ik mezelf en mijn gezin geef om gezond te zijn. In de frisse lucht zijn, zon vangen, mijn systeem vullen met een rijkdom aan vitamines, mineralen, en ja, ook aan nuttige bacteriën. Er is voor mij besloten dat samenzijn gevaarlijk is, dat knuffelen en zingen en sport en sauna – ach noem maar op. Allemaal weerstandverhogend, maar nu even niet! Ik kan niet eens meer kiezen of ik juist in contact zou willen raken met virussen, zodat ik zou kunnen bouwen aan mijn immuunsysteem. Het is allemaal beperkt, afgeraden of verboden.

Dit mooie filmpje stelt de vragen die ook ik nu heb.

Afstand

Ik kan niet meer zorgen voor een stressvrije leefomgeving. Want al probeer ik zo min mogelijk nieuws te volgen (het geeft immers stress en angst, en dat verlaagt je weerstand, dus mag ik alsjeblieft op mezelf passen?), het nieuws is overal. Het heeft ons te pakken, collectief, en daar kun je niet omheen lopen. Met elk mens dat ik ken zal ik telkens af moeten stemmen: hoe bang ben jij? Hoe graag wil jij afstand van mij? En ik van jou?

Voluit leven

Natuurlijk wil ik de mensen om me heen beschermen. Natuurlijk wens ik ieder van ons gezondheid, en ja, dat vraagt om offers. En offeren wil ik! Ik blijf met heel, heel veel liefde op afstand van wie dat nodig heeft. Ik stop van harte met spullen kopen die ingevlogen moeten worden. Sterker nog: nooit meer zelf vliegen is een offer dat ik ook wil maken. Ik laat graag pesticiden staan en voor mijn part ook zuivel en vlees, draag graag bij aan een aarde vol schone lucht die juist nu zo belangrijk blijkt te zijn. En ik denk graag verder, als mens tussen mensen, hoe we met zijn allen kunnen zorgen voor een zo gezond mogelijke omgeving, voor medicijnen, voor alles wat ons weer volwaardig kan laten leven.

Niet-doodgaan is nog geen leven

Voor mij is wat we nu doen niet ‘leven’. We zijn niet-aan-het-doodgaan. En dus huilt mijn hart aan een stuk door, omdat het zoveel van het leven houdt. Leven, dat is voor mij: voluit leven. In het vertrouwen dat je gedragen bent, en dat gezond leven meer is dan de afwezigheid van de dood. Als het leven op anderhalve meter afstand moet gaan plaatsvinden, marcherend achter de enige toegestane methode, afgesneden van elke ‘kwetsbare’ medemens, wat valt er dan nog te leven?

Pak je zeggenschap terug